Tegenover loeit soms een lichtgekleurd rund, gezien de bouw zeker niet gehouden voor de melk. Doet de eigenaar brokken in een bak en vinden de kalfjes geen plek tussen de duwende volwassenen, dan hollen ze speels door. Achter roefelen paarden, met een enkele hinnik of bries, onweerstaanbaar in de avond tegen een lage oranje zon, warm tegenlicht op de manen. En naast me bivakkeren drie bedachtzame schapen met lange, volle staarten, soms met elkaar in gesprek met hun bijna-menselijke stemmen. In de dikke vuilwitte wol contrasteren de zwarte toeten, oren en ogen, waarmee ze mij afwachtend aankijken. Een week tussen de dieren in een Natuurhuisje in Balkbrug, Overijssel, met het Reestdal en de Vecht één van de mooiste stukken Nederland.
Boef
Af en toe tsjilpt rond de vroegere boerderij een bende mussen alles bij elkaar. Ze schieten heen en weer tussen dakgoot en boomtakken. Op een hek vraagt en krijgt een jonkie eten, druk fladderend. Hun onbekommerde bestaan wordt niet serieus verstoord door de loslopende kip die zich ineens in beweging zet om in volle vaart een musje uit het gras te verdrijven. Ze eten de kippezaden, zegt de eigenaar invoelend. Het vogeltje maakt even plaats voor zo’n grote druktemaker.
Het jonge hondje Roef, op momenten Boef, maakt gebruik van het kennismakingsgesprekje door de grote schuur uit te rennen, de deur even open. Het baasje kent die truc en schept hem vaardig op. Voor Roef is dat aandacht, voor de eigenaar het voorkomen van ongelukken want Boef wil naar de kippen. De katten Frits en Keetje blijven er filosofisch onder. Zes zwart-wit gestreepte kipjes waaieren uit over het terrein, niet bij elkaar gehouden door de haan, weinig viriel en slecht ter been.
Proost!
Een goed maar niet ongevaarlijk leven: net buiten het terrein schiet verkeer langs en het vossennest vlak achter was ook niet goed voor de kippenstand. ‘s Nachts gaat het hok op slot. Twee verse eitjes wachtten me op, later nog aangevuld, maar eigenaar en ik zijn het eens: in de winter licht aanlaten om het leggen voort te zetten doe je niet, dat put de kipjes uit en verkort de levensduur. Ze springen op de bank van de picknicktafel, waar hij ze even tussen de schouderbladen krabbelt.
Het konden jonge poesjes zijn, de drie kindertjes die langs het weggetje in een kraampje luidkeels hun ranja aanprijzen. De twee smaken door elkaar, framboos en citroen, dat kan voor hun best. Het jongetje bij de kassa pakt mijn dubbeltje aan, het meisje schenkt uit de twee flessen in een gele plastic beker en het héél kleine meisje kijkt naar me omhoog vanonder haar strohoedje. Ik ben de eerste klant en als ik een langsfietsend echtpaar tracht te verlokken maakt dat zich ervan af met een luid Proost!
Naar het nest
Het gaat de ooievaars goed hier: fietsend zie ik binnen enkele kilometers zeker vijf actieve nesten. De week buiten kabbelt voort en het leven hier gaat ook zonder mij door. De herinneringen aan alle boerderijdieren, de mussen, de kippen en hondje Roef gaan mee naar huis, net als de beelden van het Reestdal en van de ooievaar die laag over me heen naar zijn nest vliegt. (19 juni 2021; afbeelding Marjan van Schaik, Glasatelier Breekbaar: Bloemen 1. Beeldentuin Witharen)
Comments