Na de vier boeken van Woodward over president Bush en Irak (zie elders op deze site) leest dit boek over de net aangetreden president Obama heel anders. ‘I’m inheriting a world that could blow up any minute in half a dozen ways, and I will have some powerful but limited and perhaps even dubious tools to keep it from happening.’ President Obama’s grootste zorg is een terroristische kernbom in een Amerikaanse stad. Toch schrapt hij het Rendition, Detention and Interrogation (RDI) programma van de CIA: die moet het doen met het Army Field Manual. In de door Bush verwaarloosde oorlog in Afghanistan zet president Obama 17.000 man extra in. Voordat ze er zijn, dringt de militaire top al aan op meer. Die vraag levert Obama meer dan eens een Whiskey Tango Foxtrot (WTF) moment op: What the fuck? ‘The universal outburst of astonishment and anger,’ legt Woodward uit. Obama wil het, anders dan LBJ in 1965 (Vietnam) of Bush in 2003 (Irak) begrijpen, alternatieven overwegen en consequenties overzien. En anders dan onder Bush krijgen de militairen niet meer automatisch wat ze claimen. Maar Obama ziet van de militairen nooit de alternatieven die hij nodig heeft en die er binnenskamers wel zijn. De claim van 40.000 man is in beton gegoten en maandenlang vergaderen brengt een soort stammenoorlog in het Witte Huis.
Obama voor het blok
Vice-president Joe Biden wil geen counterinsurgency (‘blanketing the population in safety and winning them over’) maar counterterrorism plus: achter al Qaeda aan. Richard Holbrooke analyseert dat een militaire overwinning onmogelijk is maar dat het Pentagon daar wel op gefixeerd is. Defensieminister Robert Gates zit ermee dat het Pentagon vooral bezig is met de oorlogen van 2015 en 2020. CIA-directeur Michael Hayden ziet dat de CIA na zijn historische fouten (9/11, WMD in Irak) lijdt aan een battered child syndrome. De generaals McChrystal en Petraeus, de laatste beroemd om The Surge in Irak en potentieel Republikeins president-kandidaat, doen uitspraken in de pers en zetten Obama voor het blok. De nieuwe CIA-directeur Leon Panetta zegt Obama: ‘Do what they say,’ maar Obama is niet overtuigd en weigert in tien jaar 1.000 miljard dollar te besteden en blijvend verantwoordelijkheid te nemen voor Afghanistan. De onervaren Commander in Chief kan het zich niet veroorloven dat zijn militaire top wegloopt.
Maar als Amerika moet worden beschermd door al Qaeda te verslaan, moet dan een burgeroorlog worden gewonnen in Afghanistan? Het echte probleem is Pakistan, waar al Qaeda huist en waar alle nachtmerries van de 21ste eeuw bij elkaar komen: terrorisme, instabiele regering, corruptie en kernwapens. Pakistan is ‘the patron and the victim and the safe haven all at the same time’: het heeft een complexe, schizofrene relatie met terroristen. 18 mei 2010 wordt in de Verenigde Staten een geheime simulatie gehouden van een nucleaire terroristische aanval, zonder de vergelding die in de planning staat: een aanval op 150 terroristische safe havens in Pakistan. Een geheim leger van Counterterrorism Pursuit Teams van 3.000 man, vooral Afghanen maar aangestuurd door de CIA, is er actief. Maar counterterrorism en drones brengen geen strategische overwinning en de sleutel ligt in de verhouding tussen twee atoomstaten: Pakistan en India.
Pentagon vastnagelen
Als een gefrustreerde Obama kiest voor 30.000 troepen is hij een volle dag met de tekst bezig om het Pentagon daarop vast te nagelen. Hij formuleert twee doelen: ‘defeat al Qaeda and degrade the Taliban.’ De Taliban mag geen echte bedreiging meer zijn voor de regering. In juli 2011 begint de afbouw: ‘a date with some meaning and none at all.’ Vooruitgang in 2010? Niet te verwachten. ‘They could make the slides for the December (2010) review now.’ ‘… war (itself) is never glorious, and we must never trumpet it as such,’ heeft Obama gezegd toen hij in 2009 de Nobelprijs in ontvangst nam. ‘So part of our challenge is reconciling these two seemingly irreconcilable truths – that war is sometimes neceassary and war at some level is an expression of human folly.’
Bob Woodward: Obama’s Wars. New York 2010
Commentaires