Aardige mannen in Gouda
- aroorda3
- 23 aug 2022
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 29 aug 2022

Antiquariaat H.W. Meijer in Utrecht in 2021 (foto: Falke Roorda)
Jonger overkwam het me niet dat onverwacht zoveel bij elkaar komt: toen en nu, veel toen eigenlijk, op een plek zonder pretenties, zomaar een zomerdag in een oud straatje in Gouda. Ik zie de gevel, ik zoek de entree, ik stap naar binnen en kijk rond en ik voel, zonder déjà vu of aha-erlebnis, lijntjes met al die momenten dat ik ooit hetzelfde deed in Groningen en Deventer en Middelburg en Amsterdam en het toenmalige Bredevoort, en, heel vaak, Utrecht, maar ook in Londen en Cambridge en Edinburgh. Alsof ik terug ben waar ik lang niet was, alsof al die plekken weer bestaan waar ze zijn verdwenen, alsof deze ene alles goedmaakt op een willekeurige ochtend dat ik de trein neem uit Utrecht.
Gewoonteplek
Binnengekomen kijk ik rond zoals ik altijd deed: de ruimte, de rubrieken, is het ordelijk of rommelig, actueel of stoffig, zijn er kansen in achterkamertjes, een kelder of een zolder? En dan de eigenaar, achter een tafel natuurlijk, meestal weinig communicatief: gaat hij me met ogen en oren volgen of krijg ik de ruimte om te speuren? Niet alles valt deze ochtend samen want op de gebruikelijke uitwisseling: Kan ik ergens mee helpen? - Ik kijk graag even rond! volgt van zijn kant dat het goed is dat ik niet zeg: Rondneuzen, een woord waar hij niks mee heeft, rondneuzen. De tweedehands boekhandelaar en zijn gast zetten hun gesprek voort: de gast gaat klussen voor de antiquaar en ze overleggen: moeten de latjes dan zus of moeten ze zo? Zo, verzekeren ze elkaar, tuurlijk, beter zo. De eigenaar draait zijn volgende Zware Van Nelle, onverwacht vertrouwd.
De twee hebben toch minstens mijn jaren, lijkt me. Ik luister met een half oor naar hun gesprek en kom vanzelf dichterbij als de antiquaar, ik heb niet gemerkt dat hij naar me keek, opmerkt dat ik een broer van hem zou kunnen zijn. Ja, gebaart hij, mijn verraste blik ziend: oogopslag, houding..! Ik heb genoeg broers, ik wil hem niet bruskeren of afwijzen maar de gast komt er al tussen: als ik een broer ben, dan toch één die beter gekleed is! Wat de antiquaar niet kan tegenspreken en ook best kan hebben, hij is niet ijdel. Ik steek wijselijk mijn neus in een boekenkast. De gast van de antiquaar vertrekt en een ander, zeker niet jonger dan ik, komt het theaterstoeltje bij de tafel bezetten, gewoonteplek.
Erfgenamen
We raken gedrieën aan de praat over tweedehands boeken en deszelfs handel. De lang gepensioneerde antiquaar aan de IJsselkade in Zutphen, ze kennen hem niet, krijgt dozen vol boeken gratis aangeboden, weet ik te vertellen, dan hebben ze maar een plek, maar hij moet ze weigeren, hij komt erin om. De antiquaar in Hilversum, die kennen ze wel, heeft een pand vol boeken, die op de hogere etages krijg ik niet eens te zien. Hij besteedt veel tijd aan verpakken en verzenden van internetbestellingen. Boekwinkeltjes.nl, dat doet de man in Gouda niet meer. Intussen ben ik erbij gaan zitten. Hij koopt nog steeds in, gaat hij verder met enige trots: gericht wel te verstaan, net nog tachtig delen Privé-Domein, die verkopen wel. Hij houdt vol, tegen de trend, maar dat heeft wel wat. Mijn voorbeeld van twee planken Johan Huizinga of vijf kasten Tweede Wereldoorlog, ik denk aan overbelaste erfgenamen, nee, dat kan hij niet kwijt.
We praten over de wereld en over mijn zorgen over de droogte op ons buiten en over mijn website en over ontlezing. Gelukkig, over de stand van het hedendaagse onderwijs hoeven we het niet te hebben, daarover zijn we het ongezien eens, klaar. Frans en Duits, laten we het zo zeggen, dat koopt dus niemand meer. Niet alles is beter geworden, dat kunnen we elkaar toegeven. Ik onthul mijn bestemming van de dag: de Sint-Jan en Museum Gouda, maar dat heette vroeger Catharina Gasthuis zeggen ze, te moeilijke naam tegenwoordig voor een museum. Zonder ‘Sint’, die Catharina, dat weten ze want ze zijn beiden katholiek en ze tonen zich verrast dat ik van andere herkomst ben, toch geen broer dus. De tweede gast komt soms in de buurt van ons buiten: ik nodig hem uit en hij leent me zijn pen, van Monuta, De steun bij ieder afscheid, had met zijn werk te maken, hij heeft er veel van, die overleven ons nog, grap ik, inmiddels voelt dat als verbroedering. Mannen zijn we – maar aardige mannen. Ik schrijf mijn personalia op en voor mezelf die van de antiquaar: met een c of een k, met y of ij, dat maakt hem niet uit. Ik geef ten afscheid de beide mannen mijn zegen, ze laten het over zich heen komen alsof het zo hoort.
Gewoel
In de Sint-Jan trekt een meditatieve bijeenkomst alleen grijze hoofden. Het thema van Gouda is dit jaar: 750 jaar stadsrechten, ‘Geef Gouda door’ en het thema van de voorganger is vandaag: Rechtvaardigheid, een opdracht. We mogen even nadenken waar we rechtvaardigheid willen brengen, nogal een keus. De eenvoudige melodie van een psalm ontroert me terug naar de lagere school en de voorganger zet in met de eerste zin van het Onze Vader, dat iedereen murmelend af mag maken in de eigen versie: de bedoeling is dezelfde.
Het is niet alles grijze hoofden vandaag: buiten Museum Gouda geven Ilse en Gert-Jan elkaar het ja-woord, gereden in een oldtimer en terug in Utrecht is het op theaterfestival De Parade kindermiddag. Wat heeft me teruggebracht in de tijd: de geur van zware shag, het heel gewone antiquariaat, iets bijzonders geworden, het gesprek tussen ouder wordende mannen? Ik laat het gewoel achter me. Binnenkort eens kijken of antiquariaat H.W. Meijer er nog staat aan de Korte Jansstraat[1], al meer dan twintig jaar dicht, onaangeroerd, de opkrullende boeken in de zon verkleurd naar blauw.
(Gouda 5 augustus 2022)
[1] https://www.boekenzijnvannu.org/post/4-verdwenen
Commentaires