in elke reflectie heeft het hier iets van daar, het nu iets van vroeger, het onjuist iets van waar
Ivanka de Ruijter, Reflectie[1]
Plaats en tijd: Zaandam en Haarlem, jaren 1960
De plaats kan ik precies bepalen, de tijd bij benadering. Een oudere broer vertelde dat Nederland bóven België ligt. Dat zag ik voor me, staande voor de muurkast van onze zolderkamer: hij had zijn planken boven de mijne, zoiets moest dat ‘boven’ zijn. De plaats was Haarlem, Marsstraat, de tijd tussen 1964 en 1968 (dichter bij het eerste jaartal hoop ik). De regelmatige verhuizingen van mijn ouders met hun groeiende gezin hebben mijn jeugd in herkenbare en relateerbare stukjes geknipt. Een gebeurtenis was ‘in Amsterdam’, waar ik ben geboren, of in Zaandam, Haarlem of Hilversum, waar ik in 1978 het huis uit ging. Mijn ouders koesterden een ‘verhuisplant’ die, o wonder, alleen bloeide als een verhuizing op stapel stond.
Cyclische tijd
Als een verjaardag werd gevierd was de geboorte van de jarige, en waren de eerdere verjaardagen, op dat moment kennelijk dichterbij dan in de rest van het jaar. Een kamer vol ooms en tantes, druk gelach en gepraat, sigaretten en sigaren in vaasjes en volle asbakken: we maakten ons niet voor niets zo druk om een terugkerende datum. De tijd leek mij cyclisch: steeds terugkerend op het oorspronkelijke punt. Ook Oud en Nieuw, het inluiden van een nieuw jaar met moeizaam uit de slaap gehaald worden tegen elven, toastjes met sardines en ei eten en vuurwerk kijken om twaalf uur, had kennelijk een bijzondere betekenis. En Kerst natuurlijk, een terugkerend feest en nog een verjaardag ook.
Toen ik, nog niet op de lagere school, in Zaandam op de grond speelde bij de muziek van de draadomroep schrok mijn moeder van een nieuwsbericht. Wie vermoord? vroeg ze in mijn herinnering. Geen idee, dat leek me, blasé vóór mijn tijd, niet echt nieuws. Maar ik heb later vermoed[2] dat het president Kennedy is geweest, drie dagen voor mijn vijfde verjaardag. Een gebeurtenis waar vaak op is teruggekeken, ook maar niet alleen op 22 november. De naam Dallas, Texas is sindsdien niet dezelfde. Nog geen zes jaar later keek de hele wereld naar de Mare Tranquillitatis: de eerste mens op de maan werd voor mij één van de meest iconische momenten van de 20ste eeuw. Ik kocht die dag in Hilversum de eerste historische krant van mijn latere collectie.
De vis en het water
In de periode Zaandam (1960 – 1964; ik ben van 1958) heb ik me tijdens een middagdutje op een zonnige dag voorgenomen het moment te onthouden (wat dus gelukt is): ik trok een lijn naar een onkenbare toekomst. Vroeger keken we anders dan we nu doen: de kamer vol rook viel indertijd niemand speciaal op. Later kijken we anders naar nu en een jaartal, ik denk aan 1914 of 1933 of 1989, kan achteraf een grote betekenis krijgen. Mijn fascinatie, en mijn onderzoek, begon met ‘tijd’ maar ‘plaats’ kwam er al snel bij: plaats als noodzakelijke context voor tijd. De vraag is nu: wat zien we niet, omdat we er middenin zitten, zoals de spreekwoordelijke vis niet over het water praat, maar dat misschien wel belangrijker blijkt dan wat ons in het moment bezighoudt? Wat wordt er mogelijk als we iets daarvan nu al zichtbaar weten te maken? Kunnen we daar iets op verzinnen, al heeft het maar de vorm van een gedachtenoefening?
Vermoedelijk niet te beantwoorden vragen, maar enige inspanning wel waard en het zou in deze tijd passen als ik achteraf concludeer: het ging om de reis, niet om de bestemming. Ook mijn weg ‘is langer en moeielijker en vol slingeringen en schijnbare omwegen, want een hoog geplaatst doel nadert men niet dan langs een kronkelend pad.’[3] In korte, losstaande teksten cirkel ik om de zelf opgeworpen vragen heen met allerhande kwesties van plaats en tijd, puttend uit mijn persoonlijke geschiedenis, anecdotes en associaties niet schuwend, soms met een greep uit mijn bibliotheek en met weinig structuur of wetmatigheden of beperkingen. Leesbaar moet het zijn, dat wel, en als ik véél van die tekstjes heb geschreven, over zien, en kijken, en veranderen en alles wat me bezighoudt, ga ik eens een balans opmaken: krijg ik enig zicht op een antwoord? Ik ben benieuwd, ik steek van wal.
(Baarle-Nassau 28 augustus 2021)
[1] Fragment uit: Reflectie van Ivanka de Ruijter, stadsdichter van Wageningen 2018 – 2021, 19 juni 2018 ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de WUR. http://cultuurinwageningen.nl/reflectie/
[2] Mijn antwoord op de vraag ‘Waar was je toen John F. Kennedy werd vermoord?’ is onbetrouwbaar en nader beschouwd onwaarschijnlijk. In mijn herinnering speelde ik in de woonkamer alleen en was het licht, ochtend of middag dus. De moord vond plaats om half één in de middag CST; in Dallas is het zes of zeven uur vroeger dan in Nederland. Dat betekent dat berichten over de aanslag pas in de avond het inmiddels al uren donkere Nederland bereikten, met de nodige broers in huis.
[3] Robert Fruin: Het doel der academische studie, toespraak ter opening van den academischen cursus, 1860, onuitgegeven, in: Robert Fruin’s Verspreide geschriften deel IX, ‘s-Gravenhage 1904, pagina 305/6. Fruins doel was ‘het ontwikkelen van den aanleg, het beschaven van den geest, het veredelen van den mensch.’ Het gaat hier over ‘verstandige en beschaafde mannen’.
Comments